Hoofdinhoud

Zo vertel je een verhaal uit je hoofd

We lezen Bijbelverhalen meestal voor. Maar heb je er weleens over nagedacht om ze zelf te vertellen, uit het hoofd? Al beschrijvend breng je de eeuwenoude Bijbelse personages tot leven voor je jonge luisteraars. Spannend? Nee hoor, de kunst van het zelf vertellen is makkelijker dan je denkt!

Een paar juffen en meesters in mijn jeugd konden het: zonder boek erbij een verhaal uit de Bijbel vertellen. Het waren de momenten waarop ik meest leerde. Sommige fragmenten herinner ik me nu nog, 35 jaar later. David die stenen raapte bij een rivier (vijf stuks!), Goliat die met zijn speer aan kwam stormen, David die zijn slinger pakte en … pats!

Uit het hoofd vertellen heeft meer impact dan iets voorlezen. Tijdens het vertellen zijn we namelijk meer in contact. We zien het wanneer de kinderen afhaken of vragen hebben en kunnen daarop inspelen. Een geschreven tekst moet met veel meer soorten publiek rekening houden en wordt daardoor breder en voorzichtiger. Jij weet veel beter wat je kinderen aanvoelen en al weten, dus kun je van alles overslaan of er juist uitgebreider bij stilstaan.

Ook humor en spanning werken beter ‘live’. Schrijvers in een boek moeten het wat veilig houden, maar jij weet wat je kinderen grappig vinden, wat saai en wat toch te eng. Voor kinderen is het bovendien makkelijker vragen te stellen en opmerkingen te maken aan iemand die hen aankijkt, dan aan iemand die over een boek gebogen zit.

Ondanks deze voordelen lezen we vaak toch voor, omdat we onzeker zijn over ons verteltalent, omdat we druk en moe zijn, en ook omdat we het correct willen doen. Een kinderbijbel kan ‘echter’ voelen dan onze eigen geïmproviseerde versie. Maar het is zeker de moeite waard om het eens te proberen. Daarom hier een paar adviezen voor de beginner.

Tips voor de beginnende verteller

  • Lees het verhaal zelf van tevoren door, in een gewone Bijbelvertaling of een kinderbijbel, en vertel het één keer aan jezelf. Meestal is dat voldoende om het vervolgens zelf aan iemand anders te vertellen.
  • Zet als eerste een situatie met een hoofdpersoon neer. Neem even de tijd om ergens te ‘landen’. (‘Het beekje kabbelt. Een jonge jongen staat erbij, met een linnen doek om. Zijn handen gaan door het water en hij voelt de gladde stenen …’)
  • Benoem expliciet wat je hoofdpersoon dolgraag wil. Hij of zij zoekt iets of is ergens bang voor. (‘David maakt zich zorgen om zijn familie. Straks worden ze allemaal slaaf! Daarom moet hij die gemene reus verslaan.’)
  • Voeg een paar obstakels in. De hoofdpersoon worstelt om het voor elkaar te krijgen, maar meestal lukt dat uiteindelijk. (‘Dat harnas is veel te zwaar. Hij moet het zonder doen, in zijn dunne kleren. Maar wat komt daar op hem afgestormd, met een enorme speer …?’)
  • Durf zelf sprekende details toe te voegen. Dit kan wat ongemakkelijk voelen omdat je de Bijbel recht wilt doen, maar alle kinderbijbels doen het. Wat hoor je, wat zie je? Probeer de geluiden ook eens met klanken in plaats van woorden weer te geven. (‘Het stof stuift op als Goliat dichterbij komt – plof, plof, plof, gaan zijn voeten. David zweet overal, zijn hart bonst in zijn keel – kaboem, kaboem, kaboem …’)
  • Zoek de verrassingen in het verhaal. Ook al ken je het zelf uitstekend, speur bewust naar momenten die vreemd zijn voor iemand die het verhaal niet kent. Dit zijn de momenten waarbij je kunt vragen: ‘En wat denk je dat er toen gebeurde?’ Of je kunt iets zeggen wat je publiek niet verwacht. (‘Hij tolde zijn slinger. Weg vloog de steen. Goliat was helemaal in een pantser. Maar waar denk je dat de steen terechtkwam?’)

Voorbereidende vragen

Met bovenstaande tips kom je een heel eind. Ben je iemand die zich graag nog wat meer voorbereidt, dan kun je jezelf vooraf de volgende vragen stellen, om beter in het verhaal te komen:

  • Wie is hier de hoofdpersoon en wat wil diegene dolgraag? Wat voor gedachtes heeft diegene hierbij?
  • Welke obstakels komt hij of zij tegen? En lukt het uiteindelijk wel wat diegene zo graag wilde?
  • Wat voor visuele details kun je toevoegen? En welke klanken kun je zelf maken zonder woorden?
  • Wat is vreemd voor wie het verhaal nog niet kent? Kun je daarnaartoe werken en op dat moment in het verhaal een vraag stellen of een pauze inlassen?
  • Welke vragen kun je aan de kinderen stellen om ze erbij te betrekken en de betekenis te laten landen?

Eeuwenlang zijn de Bijbelverhalen mondeling doorgegeven, van generatie op generatie. Ik daag je uit het ook te proberen. Natuurlijk is het spannend en alle begin is moeilijk. De eerste keren zul je hakkelen en struikelen, maar oefening baart kunst.

Geschreven door Reinier Sonneveld
Reinier Sonneveld is schrijver en coach. Hij studeerde theologie, begeleidt mensen in hun loopbaan en schrijft verhalen, o.a. voor een kinderbijbel; www.liedjesbijbel.nl.

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.