Hoofdinhoud

Wat vieren we met Pinksteren?

Vijftig dagen na Pasen ontvangen Jezus’ leerlingen de heilige Geest. Dat vieren we met Pinksteren.

Lees samen:

Jezus’ leerlingen zijn samen in het huis waarin ze met Jezus het avondmaal gevierd hebben. De deuren en de ramen van het huis zitten potdicht. Ze zijn bang. Want ze denken: Wie weet of de mensen die Jezus gevangengenomen en gedood hebben ons nu ook zullen zoeken? En dan gooien ze ons vast in de gevangenis, en misschien doden ze ons zelfs wel!

De leerlingen van Jezus zijn heel bang. Maar ze zijn ook verdrietig. Ze hebben gezien dat Jezus is opgestaan. Het graf was leeg en Jezus leefde. Ze hebben Hem zelfs meerdere keren gezien en met Hem gesproken. Waarom zijn ze dan niet blij? Jezus is niet langer bij hen. Hij is naar de Vader gegaan. Jezus’ leerlingen voelen zich heel alleen. Wat moeten ze nu doen, nu Jezus niet meer bij hen is?

Maar de leerlingen van Jezus zijn ook vol verwachting. Waarop wachten ze? Jezus heeft hun iets beloofd. Hij heeft gezegd: ‘Ik laat jullie niet alleen. Wanneer Ik niet meer bij jullie ben, wanneer Ik bij de Vader ben, dan stuur Ik iemand naar jullie toe die jullie zal troosten. Ik stuur iemand die jullie sterk en
dapper maakt. Ik stuur iemand die jullie blij zal maken. De heilige Geest zal jullie met leven en blijdschap vullen.’ Maar wanneer zal dat gebeuren? En waar zullen ze het aan merken? Zo zitten de leerlingen van Jezus bij elkaar en wachten ze op de kracht van God.

En dan, precies vijftig dagen na Pasen, gebeurt het. Het is Pinksteren. In Jeruzalem zijn veel mensen bij elkaar om het Joodse Pinksterfeest te vieren. Plotseling wordt het huis waarin de leerlingen bij elkaar zijn met een geluid gevuld. Het is net alsof het stormt en alsof die storm alles wegwaait en de angst en het verdriet meeneemt. Alles komt in beweging. Ineens komt er bij alle leerlingen in het huis een vlammetje op hun hoofd. Het vuur raakt hen aan. Toch verbrandt hun haar niet. Jezus’ leerlingen voelen zich heel blij worden. Ze zijn niet meer bang en verdrietig, maar ze voelen zich sterk en dapper. Ze kijken elkaar blij aan en ze weten het zeker: God is in ons. Zijn Geest is in ons. Zijn vuur brandt in ons hart.

De leerlingen openen de ramen en de deuren van het huis. Ze gaan de straat op, naar de mensen toe. Ze roepen naar de mensen op de straat: ‘Jezus is opgestaan. Hij heeft de dood overwonnen. Hij leeft en wij mogen ook leven!’ De leerlingen vertellen de mensen, die uit allerlei landen naar het feest in Jeruzalem zijn gekomen, over Jezus. Iedereen hoort de leerlingen in hun eigen taal vertellen.

Verbaasd kijken de mensen die naar de leerlingen luisteren elkaar aan. ‘Hoe kan dat nou?’ zeggen ze tegen elkaar. ‘Dit zijn toch geen geleerde mensen? Hoe kunnen ze dan allemaal verschillende talen spreken?’ Nieuwsgierig luisteren de mensen verder. Ze willen graag meer horen over Jezus en de heilige Geest.

Pinksteren

weetje

Pinksteren is het feest van de komst van de heilige Geest. Jezus had zijn leerlingen beloofd dat zij de heilige Geest zouden krijgen om hen te helpen als Hij niet meer bij hen was. Met de komst van de heilige Geest begint het doorvertellen van het verhaal van God en Jezus in de hele wereld. Daarom is Pinksteren ook de dag waarop we vieren dat overal op de wereld gemeenten, kerken, zijn ontstaan.

Vijftig

kerk

Pinksteren wordt in de kerk gevierd op de vijftigste dag na Pasen, altijd op een zondag. De naam komt van het Griekse woord pentekoste, dat ‘vijftig’ betekent. Tijdens Pinksteren hangen er in sommige kerken rode kleden over de tafel vóór in de kerk en over de preekstoel, vaak met een duif en vlammen erop. Dat zijn symbolen van de heilige Geest.

Meewaaien op de wind(molen)

Een ander symbool voor de heilige Geest is de wind. Die kun je namelijk ook niet echt zien, maar je kunt wel de kracht ervan voelen. Lijkt het je leuk om een windmolen te knutselen?

Daarvoor heb je een stok nodig, een vierkant vel papier (bijvoorbeeld van 21 bij 21 cm), een schaar, lijm en een punaise. Vouw het papier doormidden tot een driehoek. Vouw die driehoek nog een keer doormidden tot een kleinere driehoek. Als je het vel nu helemaal openvouwt, kun je een kruis zien in de vouwen. Knip die vouwlijnen tot halverwege in. Vouw de punt van een hoekje naar het midden en plak hem vast. Doe dit ook met de andere drie hoekjes.

Maak de windmolen met de punaise aan de stok vast. Let erop dat je de punaise niet te hard aandrukt, zodat de windmolen goed kan draaien. Bedenk vier dingen over God of Jezus die je zou willen doorgeven. Of bedenk iets waar je voor wilt bidden. Schrijf of teken dit op de vier punten van het molentje. Wat wil jij mee laten waaien op de wind.

Dit artikel komt uit de Feestdagenbijbel. In deze speciale Kinderbijbel vind je Bijbelverhalen bij achttien bekende en minder bekende feestdagen. Ontdek de Feestdagenbijbel.

Feestdagenbijbel

€ 19.95

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.