Geloofsopvoeding en autisme
‘Mama, ik wil niet meer naar de kinderdienst’, huilt mijn dochter.
‘Waarom niet?’ vraag ik verbaasd. ‘Is er iets naars gebeurd?’
‘Ja’, snikt ze. ‘Ze zeggen dat Jezus in mijn hart wil wonen, maar ik wil niet geopereerd worden!’
Als geloven in God veel voor je betekent, wil je dat ook graag doorgeven aan je kind. Wat is het mooi om je kind te leren dat je tot God mag bidden, dat Hij van je houdt en altijd voor je zorgt. Maar hoe doe je dat als je kind autisme heeft? In deze blog delen we inzichten en tips om je te helpen je geloofsopvoeding aan te passen aan de unieke behoeften van je kind.
Wat is autisme?
Kinderen met autisme[1] verwerken informatie die ze via hun zintuigen binnenkrijgen (horen, zien, ruiken, voelen, proeven) op een andere manier dan kinderen zonder autisme. Ze ervaren losse stukjes informatie, maar deze vormen niet vanzelf een geheel, zoals bij andere kinderen. Hierdoor is de wereld voor hen soms moeilijk te begrijpen. Je kunt het vergelijken met een puzzel waarvan alle stukjes er wel zijn, maar het voorbeeldplaatje ontbreekt.
Wat voor alle kinderen geldt, geldt ook voor kinderen met autisme: iedereen is uniek. Toch zijn er een paar opvallende overeenkomsten tussen kinderen met autisme:
- Ze zijn meestal heel eerlijk en puur in wat ze zeggen en doen.
- Ze kunnen een goed geheugen hebben en een sterk analytisch denkvermogen.
- Vaak zijn ze origineel, hebben ze verrassende ideeën en een scherp oog voor detail.
Maar er zijn ook uitdagingen:
- Ze kunnen extra gevoelig of juist minder gevoelig zijn voor bepaalde prikkels.
- Ze kunnen moeite hebben om contact te maken, relaties te ontwikkelen en zich in te leven in anderen.
- Ze kunnen problemen hebben met sociale communicatie, bijvoorbeeld omdat ze taal heel letterlijk nemen, non-verbaal gedrag niet begrijpen of moeite hebben om zich te uiten.
- Ze houden sterk vast aan gewoontes of patronen en hebben moeite met veranderingen.
Autisme en geloofsopvoeding
Autisme heeft invloed op de ontwikkeling van je kind, ook op de geloofsontwikkeling. Een kind met autisme beleeft geloof vaak anders: meer praktisch en rationeel dan relationeel en emotioneel. Begrippen als bidden, geborgenheid en genade zijn moeilijk omdat ze te maken hebben met relaties, gevoel en abstracte taal. Hoe kun je hier in je geloofsopvoeding rekening mee houden? Hieronder vind je een aantal tips voor drie belangrijke onderdelen van geloofsopvoeding.
Bijbelverhalen
Kinderen met autisme kunnen vaak goed feiten onthouden. Dit kun je zeker gebruiken als je Bijbelverhalen doorgeeft. Maar voor je kind met autisme hebben Bijbelverhalen ook een paar uitdagingen.
- Veel verhalen gaan over relaties en emoties, iets waar je kind moeite mee zal hebben. Probeer de verhalen begrijpelijk te maken door ze te vergelijken met dagelijkse voorbeelden uit het leven van je kind.
- Kinderen zullen eerder verstandelijk op een verhaal reageren dan vanuit inleving of gevoel. Zo zal je kind in plaats van blij te zijn dat de verlamde man weer kan lopen, zich misschien afvragen wat er dan met de spieren in zijn benen is gebeurd en of de man niet eerst naar fysiotherapie moest. Neem deze reactie serieus, maar kijk ook of je met je kind een laagje dieper kunt gaan. Om je kind te helpen zich in het verhaal in te leven of zich er een beeld van te vormen, kan het helpen om bij het verhaal illustraties of een filmpje te laten zien.
- Veel kinderen met autisme zoeken naar logica en orde. Ze stellen vaak diepgaande vragen die soms best confronterend kunnen zijn. Respecteer hun behoefte aan logica en wees ook eerlijk als je het antwoord niet weet. Je kunt dan hun analytisch denkvermogen stimuleren en samen op zoek gaan naar een antwoord.
- Kinderen met autisme begrijpen beeldspraak en abstracte taal vaak niet, omdat ze taal letterlijk nemen. Let hier bij Bijbelverhalen dus op, zodat je kunt uitleggen wat ermee wordt bedoeld. Gebruik concrete voorbeelden en koppel verhalen aan de dagelijkse praktijk. Barmhartigheid is bijvoorbeeld mama helpen als ze ziek is door zelf je boterham te smeren.
Bidden
- Voor een kind met autisme is een gesprek soms lastig, laat staan met God die je niet ziet en niet hoort terugpraten. Wat zeg je dan precies? Je kunt je kind helpen door het bijvoorbeeld een vast gebed te leren. Let er in ieder geval op dat het gebed concreet is. Je kunt ook een gebedsliedje gebruiken. Zingen kan een goede manier zijn om je kind te helpen zich woorden van gebed of geloof eigen te maken.
- Kinderen met autisme hebben behoefte aan structuur. Een geloofsopvoeding met vaste rituelen en routines helpt hen om zich veilig te voelen en God op een voorspelbare manier te ontmoeten. Dit geldt ook voor bidden. Het vergt concentratie en omschakeling om tot rust te komen voor een moment van gebed. Kies daarom voor vaste gebedsmomenten, bijvoorbeeld voor het eten of voor het slapengaan.
Naar de kerk
- De kerk kan veel prikkels opleveren: veel mensen, geluid van orgel, piano of praiseband, beamer met wisselende beelden en teksten, etc. Om de overvloed aan geluidprikkels te dempen, zou je oordopjes voor je kind kunnen meenemen. En als het je kind te veel wordt, ga dan samen even de dienst uit.
- Er gebeurt veel tijdens een kerkdienst. Meestal heeft een kerkdienst vaste onderdelen in een vaste volgorde. Het zou je kind kunnen helpen om hier pictogrammen van te maken.
- Als je kind naar een kinderdienst/zondagsschool gaat, kan het lastig zijn dat er wisselende leiding is en dat je kind van tevoren niet precies weet welke kinderen er zijn en wat het programma is. Een deel hiervan kun je ondervangen door van tevoren te informeren wie de leiding heeft en wat er gedaan zal worden, zodat je je kind kunt voorbereiden. Vraag de jeugdwerkers ook om je op tijd in te lichten over veranderingen.
Met deze tips hopen we je een stukje op weg te helpen om je geloof door te geven aan je kind met autisme. Door geloof concreet te maken, structuur te bieden, logische vragen serieus te nemen, gevoeligheid voor prikkels te respecteren en open te staan voor een andere geloofsbeleving, kun je aansluiten bij de unieke manier waarop je kind de wereld en God beleeft.
Marieke Hermans-van Rijn is redacteur bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
[1] Voor de verschillende vormen van autisme wordt het begrip ASS gebruikt: Autisme Spectrum Stoornis. Hieronder vallen wat eerder klassiek autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS werd genoemd. Voor de leesbaarheid wordt hier gesproken van autisme.