Hoofdinhoud

Er is een tijd… om los te laten

Daar ging hij dan, voor het eerst in z’n eentje op de fiets naar de middelbare school. In onze nieuwe woonplaats, waar ik iedere keer blij was als ik de weg van de supermarkt naar huis weer gevonden had, verkende hij zonder enige aarzeling nieuwe routes. Niet alleen naar school, maar ook naar muziek en sport, en niet alleen overdag, maar ook ’s avonds, in het donker. De overgang van achtstegroeper naar brugpieper was onherroepelijk voltrokken – althans, in zijn beleving. Mijn eigen gevoel hobbelde er nog wat achteraan.

Tijd om los te laten

Opvoeden is loslaten, zeggen ze. Vanaf de eerste keer dat je je baby bij de oppas of het kinderdagverblijf achterlaat, is het een serie van kleine momentjes van afscheid. En soms zit er een iets grotere tussen, zoals dat moment dat ze de basisschool achter zich laten. Maar dat is natuurlijk maar het halve verhaal. Want opvoeden is ook heel veel vasthouden, beschermen en sturen. Dat doen we instinctief, de hele dag door. ‘Kijk uit voordat je oversteekt!’, ‘Wat zeg je dan…?’, ‘Eén koekje is voldoende!’, ‘Heb je je huiswerk al gemaakt?’, ‘Tijd om naar bed te gaan.’ Het gaat vanzelf, meestal zonder dat we erbij stilstaan. Bij loslaten ervaren we vaak het tegenovergestelde: het gaat tegen ons instinct in. En daar hoef je echt geen overdreven moederkloek voor te zijn 😉

Hoe doe je dat, loslaten? Of moet ik de vraag misschien anders stellen: wanneer doe je dat?

Ik moet denken aan de woorden van Prediker – misschien niet de gezelligste gast op een feestje, maar wel iemand met een behoorlijke portie levenservaring.

Prediker 3:1

1Er is voor alles in het leven een geschikte tijd.

Er volgt een opsomming van allerlei tegenstellingen: geboren worden en sterven, afbreken en opbouwen, huilen en lachen, bewaren en weggooien, zwijgen en spreken… Zelfs voor zaken als scheuren, doden en haten is er volgens deze tekst een tijd. Nou kun je over dat laatste van gedachte verschillen, maar wat mij raakt in de benadering van Prediker, is dat hij niet één gedrag aanprijst ten koste van het ander. Het één is niet goed en het ander niet fout: het gaat om inzicht in de juiste timing. Vertaald naar de zoektocht als ouder van een kind dat steeds zelfstandiger in het leven staat: het gaat er niet om of je loslaat of vasthoudt, maar om de gevoeligheid te weten wanneer het ene nodig is, en wanneer het andere.

Fouten maken moet

Helaas zegt Prediker verder niets over hoe je die gevoeligheid dan ontwikkelt. Je zou kunnen zegen dat hij zijn lezers loslaat om daar op hun eigen manier achter te komen. Hij is trouwens wel optimistisch dat we dat kunnen: ‘God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft Hij de mens inzicht in de tijd gegeven.’ Maar verder zijn we aangewezen op onszelf. Nou ja, ook weer niet helemaal: uit de ontwikkelingspsychologie is van alles bekend over hoe belangrijk het is dat jongeren zelf ervaringen opdoen van succes en ja, ook van falen. Een wijze basisschoolmeester verwoordde het zo: ‘Fouten maken moet.’

En als ik dan toch ga twijfelen of al dat loslaten wel een goed idee is, helpt het om mezelf eraan te herinneren dat God ook geen helikopter-ouder is die zijn kinderen voor alle werkelijke en denkbeeldige gevaren beschermt. Hij geeft ons onze erfenis mee en kijkt ons liefdevol achterna als we erop uittrekken om op allerlei manieren onze tenen en ons hoofd te stoten. Om vervolgens op de uitkijk te staan en ons tegemoet te rennen als we merken dat we toch niet zonder Hem kunnen.

Met open armen

De brugpieper van toen is inmiddels bijna zeventien. Kampeervakanties met het gezin heeft hij ingeruild voor exotischere bestemmingen, samen met zijn vrienden. Het eindexamen, en daarmee allerlei keuzes over wat daarna moet gebeuren, komt onophoudelijk dichterbij. En nog steeds blijft het een uitdaging om een goed evenwicht te vinden tussen vasthouden en vol vertrouwen loslaten. Gelukkig kunnen de meeste kinderen prima aangeven als je weer eens te veel neigt naar dat eerste. Dus was je van plan om met je brugpieper naar school te fietsen en pas weg te gaan als hij of zij veilig in het juiste lokaal is aangekomen? Ga er dan maar vanuit dat je kind je er fijntjes op wijst dat nu niet de tijd is om te omhelzen, maar om af te weren (Prediker 3:5). En dat is oké. Als je maar met open armen op de uitkijk staat als daar wel de juiste tijd voor is.

Geschreven door Anne-Mareike Schol-Wetter
Anne-Mareike is hoofd Bijbelgebruik bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en moeder van drie tieners.

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.