Hoofdinhoud

Het licht dat schijnt in het donker

Jarenlang bad mijn zoon, toen hij nog een zoontje was, iedere avond voor het slapengaan: ‘Wilt U geven dat er geen dieven, moordenaars of iets anders ergs komen of al zijn.’ Met name die laatste toevoeging was belangrijk voor hem. Want stel je voor dat er al ergens in huis een moordenaar verstopt zat. Dan kon je die het beste bezworen hebben met een gebed.
Hij hield niet van het donker en onze kleintjes houden er ook niet van. Ze zijn niet de enigen. Voor de meeste jonge kinderen is het donker de grootste angst. Dat is ook niet zo vreemd. Fantasie en werkelijkheid lopen voor hen nog door elkaar heen. Een schaduw op de muur of een zwiepende tak buiten wordt zomaar een eng monster, dat je wil aanvallen.

Een duistere plaats

Dat de wereld ook in meer symbolische zin een heel duistere plaats kan zijn, ligt nu nog buiten hun blikveld. Ze zijn gezegend met een harmonieus gezin (al zeg ik het zelf), hebben geen idee wat honger is en kennen ziekte vooral van de dagen dat ze flink verkouden zijn of eens koorts hebben. Er komen natuurlijk momenten dat ze het aan den lijve gaan ondervinden dat de wereld door en door verrot en het onrecht soms hemeltergend is. Maar hopelijk is dat nog ver weg.
Voor ons zoontje van bijna begint die veilige en harmonieuze wereld langzaamaan wat barstjes te vertonen via het gebed dat hij thuis en op school hoort en inmiddels ook zelf bidt. Dat doet hij op zijn geheel eigen wijze, waarbij bidden en danken volledig door elkaar heenlopen: ‘God, ik wil U bedanken voor de oorlog in Oekraïne. Dat er snel vrede komt. God, dank U wel voor de kinderen die honger hebben, dat zij ook lekker mogen eten.’

Spelen met licht en donker

Tijdens een van de gezinsmomenten speelden we met het licht en het donker om zo op die meer symbolische laag ervan te komen. Terwijl het buiten al donker was, deden we in huis alle lichten uit. Spannend voor de kids! ‘Ik houd niet van donker mama,’ zei de een. ‘En ik vind het niet fijn dat ik jou nu niet kan zien,’ zei de ander. We deden gauw een kaarsje aan. ‘Nou kan ik jouw gezicht weer zien!’ ‘Nu vind ik het niet meer eng.’ Ze bedachten wat we allemaal nog meer konden zien met een kaars. Best veel eigenlijk: de huizen, de bomen en de lucht. Wat één klein kaarsje al niet veranderen kan.

Het licht begroet

Ik las Johannes 1:5 voor: ‘Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker.’ Ik vertelde dat Jezus zichzelf het licht noemde en we vroegen ons af wat dat eigenlijk betekende. Nou zijn jonge kinderen per definitie niet degenen die erg lang praten en al helemaal niet over metaforen zoals ze vaak in de Bijbel voorkomen. Dus zochten we het meer in de ervaring. De jongens deden alle lampen weer aan en verwelkomden het licht (of was het eigenlijk het Licht?) met enthousiast gejuich. Met zoveel licht kon Jezus ons niet een beetje zien, maar kon Hij ons heel goed zien. En niet alleen ons huis, maar alle huizen, zo bedachten ze zelf. ‘Dat is wel handig hoor!’, aldus onze kleuter van net vier. ‘Oké, mogen we dan nu van tafel?’, vroeg de vijfjarige. En weg waren ze allebei.

Toeleven naar Kerst

Ondertussen bereiden we ons voor op Kerst. De kerstboom verspreidt een gezellig licht en de lichtjes buiten zorgen dat we niet tegen een donker gat aankijken als we een blik naar buiten werpen. Boven de kerststal, die de kinderen in de kerk gekregen hebben bij het kerstproject van Bijbel Basics, twinkelen wat vrolijke sterretjes. Dat hebben de kids zelf bedacht. Jozef, Maria, Jezus en de dieren hielden vast ook niet van het donker. Iedere week branden we een adventskaars meer. Zo wordt het richting Kerst, tijdens de donkerste dagen van het jaar, steeds lichter.

Bidden, danken en werken tegelijk

We kijken reikhalzend uit naar het licht dat wint van het donker, naar God zelf die in onze duisternis doorbreekt. Zo gek is het bid-dankgebed van ons zoontje niet. Kerst maakt dat we God mogen danken voor dingen waar we nu nog op hopen, in het vertrouwen dat Hij het bij Jezus’ tweede komst volledig waar zal maken. En tot die tijd? Tot die tijd steken we lichtjes aan en leren we onszelf en onze kinderen lichtjes te zijn als bakens van hoop, onszelf lavend aan de Bron van het licht.

Het licht ontdekken

Geniet deze Kerst niet alleen van al die lichtjes die ongetwijfeld ook in jullie huis zullen branden, maar ontdek samen met je kinderen ook wat dat over Jezus zegt. Doe bijvoorbeeld eens, net als wij dat deden, alle lichtjes uit en praat met elkaar over het donker. Introduceer dan Johannes 1:5 – de Bijbeltekst die ik al noemde – óf vertel of lees het kerstverhaal uit Lucas 2 tot het moment waarop de engel aan de herders verschijnt. Laat de kinderen vervolgens bedenken wat het betekent dat Jezus het licht is. Ik ben benieuwd tot welke creatieve antwoorden jouw kinderen gaan komen en wat het jullie als gezin over Kerst laat ontdekken.

Gezegende kerstdagen vol licht gewenst!

Corina Nagel-Herweijer is godsdienstpedagoog en mede-eigenaar van KiemPlaats, expertisecentrum kinderen, jongeren en geloof. Ze blogt regelmatig over haar ervaringen als moeder van vier zoons van 3, 5, 18 en 20 jaar.

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Naam*
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier