Hoofdinhoud

Daar stond ik dan … Ik voelde me een bedrieger

Dit is een verhaal waar ik niet trots op ben. Maar ik wil het met je delen, omdat het raakt aan de kern van de geloofsopvoeding van onze tieners.

Ik zwem drie keer per week in ons plaatselijke zwembad. Met een zomerzwemabonnement, op zo’n bandje, weet je wel? Dat is praktisch, want dan kun je elk moment van de dag het water induiken. Laatst vroeg mijn dochter van dertien of ze mocht zwemmen met haar vriendin. Ik merk dat ik het ontzettend leuk vind dat ze op een leeftijd komt dat ze steeds meer zelfstandig wordt en dus zei ik achteloos: ‘Tuurlijk, lekker doen. O en neem mijn bandje maar even mee.’

Op dat moment had ik natuurlijk moeten nadenken, maar in alle drukte deed ik dat niet.

Een paar uur later, hoorde ik het tuinhek openklappen en werd een fiets met veel kabaal in ons schuurtje geduwd. De achterdeur vloog open en daar stond ze. Met druppende haren en ogen rood van het zwembadchloor en het huilen. Schokschouderend kwam het hele verhaal eruit. Met inchecken was er niets aan de hand, maar toen ze het zwembadpoortje uitliep werd uitgerekend zij gecontroleerd. ‘Dit bandje is helemaal niet van jou! Het staat op de naam van je moeder.’ Om door de grond te zakken, en helemaal voor een meisje van dertien.

De tien geboden vlogen door mijn hoofd

Mijn kleine meisje, wat had ik haar aangedaan?! Ik voelde me een bedrieger; een Jacob. De tien geboden vlogen door mijn hoofd.

12Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER , uw God, u geven zal. 13Pleeg geen moord. 14Pleeg geen overspel. 15Steel niet. 16Leg over een ander geen vals getuigenis af. 17Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’

Elke week hoor ik ze in de kerk, beaam ik deze woorden. We hebben ons best gedaan om juist deze woorden ook te leren aan onze kinderen omdat we ervan overtuigd zijn dat het belangrijke richtlijnen zijn voor ons leven. Maar vandaag ben ik geconfronteerd met mijn falen, en erger nog: mijn kind is geconfronteerd met mijn falen. Hoe ga ik dit rechtbreien? Kan ik dit rechtzetten?

Toen realiseerde ik mij dat ook dit een keuzemoment was. En ik koos ervoor om schuld te belijden. Allereerst naar mijn dochter. ‘Het spijt me dat ik jou in deze situatie heb gebracht. Dat had ik niet moeten doen. Ik heb niet het goede voorbeeld gegeven en dat spijt mij.’  De realisatie dat haar moeder niet foutloos is, kwam best wel even binnen bij mijn jonge puber. Maar wat volgde was ontzettend waardevol. We raakten in gesprek over fouten maken, sorry zeggen en vergeving ontvangen. Ineens werden de abstracte begrippen als zonde en genade heel concreet voor haar en ze landden. We eindigden met een dikke knuffel en een kop thee op de bank.

‘Nu moet je nog wel het zwembad bellen, mam.’ Tja, nog een keer door het stof.

Vanmorgen heb ik weer gezwommen. Het deed nog een beetje pijn toen ik met mijn bandje naar binnen liep. Maar wat is het fijn dat we van genade mogen leven na het maken van een fout!

Geschreven door Maaike van der Graaf
Maaike is online marketing strateeg en leeft samen met haar man en drie kinderen in een pastorie in het midden van het land

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.