Geloofsopvoeding bij een christelijk festival
‘Mama, weet je wat ik het allerleukste vond aan Opwekking? Dat jij twee keer in mijn tent kwam helpen.’ Ruim een week later heeft onze kleuter het nog met enige regelmaat over de christelijke conferentie Opwekking. Ook komen er nog regelmatig flarden van liedjes langs die hij en zijn broertje er geleerd hebben.
Haat-liefdeverhouding
Zelf heb ik altijd een beetje een haat-liefdeverhouding met grote christelijke conferenties als Opwekking. Het is allemaal wel heel massaal, met heel veel prikkels. Ook de theologie die uitgedragen wordt, is niet altijd de mijne. En toch, toch was het goed om er als gezin met een deel van onze gemeente te zijn.
Sterker nog, ik raad ieder gezin aan om (het liefst met meerdere gezinnen uit de kerk) een christelijke conferentie te kiezen die bij je past, om daar samen naartoe te gaan. Misschien niet eens zozeer voor jezelf, maar wel voor je kinderen. Een paar jaar geleden deed ik onderzoek naar de vraag hoe kinderen en jongeren binnen de Protestantse Kerk leren geloven. Opvallend vaak vertelden de kinderen en jongeren van 10-25 jaar hoe belangrijk christelijke conferenties waren voor hun geloofsontwikkeling. Het was een kwalitatief onderzoek, dus ik mag niet zomaar stellen dat de resultaten van het onderzoek overal in Nederland gelden. Maar voor onszelf als gezin was het een paar jaar geleden de directe aanleiding om ons aan te sluiten bij het deel van de gemeente dat al naar Opwekking ging.
Gods overweldigende goedheid
Het was opnieuw goed om een lang weekend als gezin, als deel van onze gemeente en als tienerclub intensiever met elkaar op te trekken. Stapels pannenkoeken bakken en samen het avondmaal vieren. Samen zingen tijdens de sing-in, maar ook gewoon op ons veldje. Samen lachen om flauwe grappen en stevig doorpraten over de preek die de tieners en de jongeren gehoord hadden. Met de tieners van de club doorpraten over hun zorgen en verdriet en ingewijd worden in hun wereld van TikTok-video’s. Met elkaar proefden we iets van Gods overweldigende goedheid.
Helpen op het kinderplein
Vanwege een flink tekort aan kinderhulp hielp ik drie keer mee op het kinderplein: een keer in de peutertent van de driejarigen en twee keer in die van de vijfjarigen. Het is geweldig om peuters en kleuters op te zien gaan in de muziek en het verhaal, maar het was nog leuker om zo zelf ook de liedjes te leren die ze daar zongen – inclusief de gebaren. Een jong kind onthoudt tenslotte, nadat het liedjes een paar keer gezongen heeft, vooral brokken tekst. Doordat ik er zelf bij was, worden de themaliedjes nu thuis nog steeds gezongen. Samen komen we namelijk een heel eind. Sommige foutjes zijn daarbij te grappig om te verbeteren. Zo zingt ons zoontje nu nog steeds dat hij een klontje in zijn hart heeft in plaats van een lontje. Ik laat het lekker zo.
Privéhulp van mijn zoon
Op de laatste middag was ik van plan om zelf naar het slotconcert te gaan, maar opnieuw was er een gebrek aan hulp. ‘Kun je echt niet nog een keer helpen? Jij weet nu hoe het hier werkt.’ Verwachtingsvol keek ons zoontje me aan. Dat leek hem wel wat. Ik gaf toe. Uiteindelijk kwamen er minder kinderen dan verwacht en had ik een groepje met welgeteld één kind: die van mezelf. Ik kreeg de optie aangeboden om ons zoontje onder te brengen in een ander groepje. Maar ik zag hem genieten van alle aandacht die hij van zijn moeder kreeg in zíjn tent en besloot te blijven. De kinderen leerden met behulp van liedjes zes of zeven vormen (zelfs ik raakte de tel kwijt) van aanbidding. Het was niet wat ik zelf aan kleuters zou leren. De godsdienstpedagoog in mij steigerde zelfs een beetje.
Aangestoken door de Geest
Maar toen ik als mainstream protestant samen met mijn zoontje een voile doek in mijn handen had om te vlaggen voor de Heer, en ik door mijn eigen ongemak heen was, gebeurde er iets prachtigs. We stonden tegenover elkaar. Mijn zoontje draaide cirkels met zijn gele doek. Eromheen draaide ik mijn cirkels met mijn oranje doek. Symmetrisch en in elkaar grijpend, als een vuur dat aangestoken was door de Geest en krachtig brandde. Als een goddelijke dans.
Ik realiseerde me hoe prachtig dit beeld voor geloofsopvoeding is. Mijn vlam beschermend om zijn vlam heen. Mijn tempo afgestemd op zijn tempo. Samen aangestoken door de Geest.
Afstemmen op je kind
Het is Pinksteren geweest. Van die eerste tijd na de uitstorting van de Geest weten we hoe het goede nieuws zich als een lopend vuurtje verspreidde en vele harten in vuur en vlam zette. Iets van die dynamiek zien we ook terug in de geloofsopvoeding. Het zet ons en onze kinderen in beweging. Maar soms laait het vuur juist op als we stilstaan. Als je kind en jij elkaar in de ogen kijken en jij afstemt op je kind. Als jij af en toe door je eigen ongemak heengaat en meebeweegt met hen.
Samen nieuwe ervaringen opdoen
Daarbij kunnen plekken helpen waar je samen met je kind naartoe kunt gaan en waar de geloofsopvoeding van thuis een nieuwe impuls kan krijgen. Hier kunnen jij en je kind andere ervaringen met God opdoen. Zo’n plek kan van alles zijn: een christelijke conferentie, een lokaal georganiseerde Kliederkerk of de startzondag van je eigen gemeente. En ben je daar dan samen? Meld je vooral aan als kinderhulp. Dat zal je kind over het algemeen heel leuk vinden. Het biedt ook kansen om thuis nog eens van de gezamenlijke ervaring na te genieten, om de liedjes van daar nog eens keihard samen te zingen of door te praten over het thema dat centraal stond. De nieuwe ervaring buiten de deur leidt zo tot een verdieping van de geloofsopvoeding thuis.
Corina Nagel-Herweijer is godsdienstpedagoog. Ze is getrouwd en moeder van kinderen van 3, 5, 18 en 20 jaar. Ze is mede-eigenaar van KiemPlaats, expertisecentrum kinderen, jongeren en geloof. Daarnaast is ze promovenda bij de PThU.